De aanblik van de grote, amper gevulde parkeerplaats maakt net als eerder deze maand een desolate indruk op me. Die vormt een scherp contrast met de gezonde spanning die ik vanochtend ervaar. Ik ben benieuwd hoe we deze oefeningen aan gaan vliegen.
Twee weken geleden speelde ik nog relatief neutrale rollen tijdens het afnemen van examens. Vandaag mag ik echter meer los gaan, als ik in de huid kruip van verwarde personen en psychisch gestoorden.
Ons wat onwennige gedrag van tijdens de vorige begroeting is dit keer grotendeels verdwenen. Na een verbale groet en het opsteken van een hand ontsmet ik mijn handen en neem op anderhalve meter afstand van de trainers plaats.
Het voorbespreken van de cases begint zoals we gewend zijn. We spreken de inhoud ervan, de rollen en het gewenste gedrag door. We doen de oefeningen vandaag buiten, dus het bewaren van de anderhalve meter afstand zal geen praktische problemen geven.
Een aandachtspunt is het vlindermes, waarmee ik in één van mijn ‘gestoorde’ rollen zal lopen te zwaaien. Het bespreken van dit onderdeel duurt langer dan normaal. Een wapen is gewoonlijk ‘slechts’ een wapen, maar in deze tijden is het tevens een potentiële besmettingsbron.
Volgens het strikte protocol ontsmet ik het ding, voordat ik het in mijn broekzak wegstop. De cursisten zullen met handschoenen werken tijdens hun pogingen mij te overreden om afstand van het vlindermes te doen.
Ook het door hen vaststellen van mijn identiteit is vanwege het Corona virus een punt van aandacht. Een ID-kaart of paspoort kan immers net zo goed een besmettingsbron vormen als een mes. Ik denk er nog over na of ik het ze anders straks maar toewerp. Dat past mogelijk in de rol die ik neerzet.
Behalve het aanpakken van dit soort praktische aspecten verlopen de oefeningen vergelijkbaar met die in het ‘pre Corona tijdperk’. De cursisten zijn verbaal en non-verbaal druk bezig om contact met me te leggen en me te overtuigen om mijn mes neer te leggen.
Net als bij de neutrale rollen van veertien dagen geleden blijkt de anderhalve meter afstand voor het grootste deel van de oefening amper een obstakel. Zo reageer ik vanuit mijn rol op een lach van een van de cursisten. Die pikt mijn feedback direct op en kijkt weer met een serieuze blik naar me.
Lichaamstaal is tot en met wisselende gezichtsuitdrukkingen van elkaar te zien, ook op anderhalve meter afstand. We kunnen elkaar goed verstaan tot en met de intonaties, ook op anderhalve meter afstand. Ook het aanvoelen van de sfeer is ondanks deze onderlinge afstand mogelijk.
Wel is er de fysieke beperking dat we niet letterlijk heel nader tot elkaar kunnen komen, terwijl een oefening dit gedrag wel op zou kunnen roepen. Ik probeer dit deels te ondervangen door weg te lopen en weer dichterbij te komen, met inachtneming van de minimaal anderhalve meter afstand.
Een ander praktisch punt is als de cursisten me trachten te overtuigen om met hen mee te komen, zodat ze onder meer hulp voor me kunnen regelen. De wijze waarop ze me meenemen is immers bij uitstek een moment, waarop ze hun empathie kunnen tonen.
In overleg met de trainers zoeken en vinden we hier een modus voor. Zoals het in dit Corona tijdperk één grote zoektocht is om te oefenen en trainingsacteren. Het strikte protocol helpt ons om hier serieus mee om te gaan en de risico’s zo klein mogelijk te houden.
Ik denk terug aan een opmerking van de collega trainingsacteur, met wie ik twee weken geleden mijn opwachting maakte. Die kwam er vrij vertaald op neer dat we tijdens het doen van boodschappen in de supermarkt wellicht meer risico lopen dan tijdens onze klus als trainingsacteur.