De agent kan een glimlach amper onderdrukken. Als trainingsacteur zie ik dit aan de verandering in zijn gezicht. In mijn rol heb ik het mede door zijn mondkapje totaal niet door. Ik ben dan ook helemaal niet bezig met die agent. Mijn hoofd staat naar thee. En niets anders.
Zijn collega probeert het nog eens. ,,We kunnen hierover op het bureau verder praten”, begint hij zijn zin. Ik geef ‘m niet eens de kans deze af te maken. ,,Nee, ik kan niet mee want wij drinken thee”, val ik hem in de rede. ,,We drinken hier altijd om half drie thee. Dat zijn de regels.”
We staan in mijn kamer. Op een kast ligt het mes boksbeugel, die ik lang geleden van mijn oom heb gekregen. Niet dat de agenten hierop doorvroegen, toen ik dit benoemde. Ze spraken over een wapen. Ik snapte niet waar ze het over hadden. Want ik neem alles erg letterlijk.
Daarom ontkende ik dat ik buiten had lopen zwaaien. ,,Ik heb niet gezwaaid”, reageerde ik eerlijk, terwijl ik een zwaaiend handgebaar maakte. ,,Wel gisteren nog naar de buurman, die in de voortuin bezig was met onkruid wieden.”
,,Maar u heeft toch met een wapen lopen zwaaien”, vervolgde de agent. Ik bleef hem uitdrukkingsloos aankijken. ,,Ik heb geen wapen”, zei ik. ,,En ik zwaaide niet.” De twee keken naar het mes boksbeugel achter me en vervolgens naar elkaar.
Vijf minuten later begrijp ik dat ze het mes bedoelen en dat ik deze niet mag hebben. Dat is niet volgens de regels. En die moet ik volgen. Dus ik snap, dat ik dat mes niet meer kan hebben. Ik kan alleen niet mee naar het bureau. Want om half drie drinken wij thee. Dat doen wij elke dag, dat is de regel.
Hoe ik ook blijf herhalen dat we hier altijd om half drie thee drinken, half vijf koken en zes uur eten, ik lijk maar niet tot die agenten door te dringen. Dat snap ik niet. Het is toch duidelijk? Half drie thee drinken, dat is de regel. Juist een agent zou dit moeten snappen, vind ik.
Nog even en het is half drie. Tijd voor thee. Ik zeg dat ik aan begeleider Jaap kan vragen of zij bij ons aan kunnen schuiven bij de thee, want dan moet begeleider Jaap de regels veranderen. Helaas zegt de een net tegelijkertijd iets tegen de ander, waardoor ze mijn haakje niet oppakken.
Het koppel erna gaat uitgebreid het gesprek met me aan. Dat vind ik prettig, want nu kan ik tot in details mijn verhaal doen over hoe ik de mensen op straat aansprak. Ze liepen op de straat en niet op de stoep. Dat kan niet. Lopen doe je op de stoep, dat zijn de regels. Dat doen wij zelf ook, als we elke dag om 10 uur gaan wandelen.
Als ze me vragen hoe ik dit tegen die mensen zei, doe ik het graag voor. Voor het eerst wijk ik van mijn kalme, monotone stem af en gooi er wat decibellen bovenop. ,,Lopen doe je op de stóep!” galmt het door mijn kamer. ,,En ik wees met het mes naar de stoep”, licht ik toe. Nee, ik vind het maar onzin dat die mensen daarvan schrikken. Hadden ze zich maar aan de regels moeten houden.
Op hun reactie dat dit niet volgens de regels van buiten is, ben ik echter wel gevoelig. Daar moet ik het maar eens met begeleider Jaap over hebben. Want die heeft dat niet voor me opgeschreven. Het is trouwens bijna drie uur. En bij dit koppel drinken wij hier altijd thee om drie uur.
Een van de agenten herhaalt mijn opmerking dat Jaap de regels voor ons opschrijft. En vraagt of die een uitzondering kan maken op de regels over thee drinken. Natuurlijk kunnen we dat vragen. Ik wil zelfs wijzen waar Jaap zit. Het contact is immers met me gelegd.
Het duo agenten dat erna bij me aan de deur staat, heeft het belang van de regels stukken minder goed begrepen. Voordat ik iemand binnen kan laten, moet diegene beneden geregistreerd staan. Dat zijn de regels. Ik kan hen dus niet zomaar binnen laten. Al vinden zij van wel.
Ik herhaal mijn boodschap nog maar eens een keer. En zie de agenten naar elkaar kijken. ,,Wij zijn van de politie”, zegt de een op ferme toon. ,,En wij hebben een machtiging om hier binnen te komen.” Ik schud mijn hoofd en zucht.
,,Neehee, je moet beneden ge-re-gi-steerd staan”, reageer ik. ,,Dat zeg ik nu al voor de vierde keer. Haal éérst een registratie en dán pas kun je erin.” Om daarna de deur voor de verbaasd kijkende agenten dicht te gooien. Die ik wel een beetje dom vind. Want ik ben toch duidelijk. Het zijn nou eenmaal de regels.