Trainingsacteur is een specifiek beroep. Mensen die niet ‘in het vak zitten’ kijken me vaker dan eens met een wat glazige blik aan, als ik hen vertel dit met veel plezier te doen. Ik zie het spreekwoordelijke vraagteken boven hun hoofd verschijnen en groeien.
Aan mij dus de schone taak om dit vraagteken weg te halen. Hoe leg ik in de bekende Jip-en-janneketaal uit wat een trainingsacteur is en wat ik als trainingsacteur doe? Tijdens gesprekken slaag ik hier wel altijd in. Maar gebruik ik hiervoor soms naar mijn zin nog veel woorden.
Met dit in het achterhoofd volgde ik de workshop ‘Visueel tekst opbouwen’ bij Annet Konijn. De workshop begon direct met een gevoel van opluchting. Ik hoef gelukkig niet te kunnen tekenen. Op de lagere school was immers al helder dat er niet bepaald een Picasso in me schuilde.
Hoe geef ik met beeld de essentie van het trainingsacteren weer? Ik doe dit vak in heel diverse soorten trainingen en settings. Toch zijn er duidelijke overeenkomsten. Er is altijd een doel. Een deelnemer kan een vraag hebben, een cursist wil door gedrag laten zien dat die bekwaam is.
Een andere gemene deler is dat ik als trainingsacteur levend oefenmateriaal ben, of levend testmateriaal als iemand examen doet. In trainingen en opleidingen zet ik immers in oefeningen (of praktische examens) een of meer rollen neer en geef ik tijdens én na de oefening feedback.
Een effect van de workshop ‘Visueel tekst opbouwen’ is dat ik door het beeld mijn vak kort en krachtig weergeef, op een wijze waarop ‘mensen buiten het vak’ het kunnen begrijpen. Dat is althans mijn aanname. Een bijvangst is dat ik nu een uitleg in Jip-en-janneketaal heb van trainingsacteren.
Iemand heeft een vraag of uitdaging, oefent met mij, ik kruip tijdens de oefening in een rol en geef feedback, zodat die ander inzicht krijgt en verder kan. En wat ik doe, dat heet trainingsacteur.
Hoe simpel kan het zijn?
En nou maar eens kijken of mijn aanname klopt en die vraagtekens boven de hoofden verdwijnen.